Inkomensdiscriminatie

De afgelopen tijd is het duidelijk geworden, dat veel mensen van kleur zich anders behandeld voelen in ons land. In theorie heeft iedereen gelijke kansen, en worden de mensen die deze niet hebben kunnen aangrijpen opgevangen. 

Maar in de praktijk hebben de “kaaskoppen” in dit land in veel opzichten nog een streepje voor ten opzichte van mensen met migrantenachtergrond. 


Ik heb nooit iets gezien of ervaren van het sluimerende racisme dat zich hier onder de oppervlakte schuilhoudt, maar ik dacht deze week terug aan mijn ervaring op vakantie in Thailand van vorig jaar. In zekere zin heb ik kunnen meemaken hoe het is om de “vreemdeling” te zijn in een land. Wat mij opviel is vooral de ongelijke behandeling van de toerist wat betreft de prijzen, bijvoorbeeld in het openbaar vervoer. Voor precies hetzelfde product of dienst betaal je als blanke Westerling al snel het dubbele van een local, of meer. 


Aan de ene kant is het logisch: Het inkomensverschil tussen de Thai en de Nederlander is gigantisch, vanwege de extreem lage waarde van de Thaise Baht. Omgerekend verdient een Thai zo’n 8 euro 15 per dag (de koers van de Baht ten opzichte van de euro is nu nog wat lager dan ruim een jaar geleden). Zelfs een arme student als ik was daar “steenrijk”. Niet gek dat ze dan in verleiding zijn om eens flink aan een westerse portemonnee te gaan schudden. 


Aan de andere kant is het idee van een dergelijk fenomeen in de westerse samenleving vrijwel ondenkbaar. Het ligt ook niet voor de hand, want er is geen land dat zich op dezelfde manier met Nederland verhoudt, zoals Nederland zich met Thailand verhoudt. 

Maar stel je voor dat wij interculturele prijsverschillen zouden gaan normaliseren. Hoe zou dat dan vormgegeven worden? 


Ikzelf heb wel wat ideeën; we kunnen het inzetten om wat ongewenste effecten in te perken. Amsterdam wordt overspoeld door toeristen, dus we mogen onze hoofdstad best wel weer wat minder aantrekkelijk maken voor de buitenlander, en het karakter van de stad teruggeven aan de “echte Amsterdammers”. 

Stel je voor dat we Chinezen 3 keer zoveel laten betalen voor de entree bij het Anne Frankhuis. Dat worden dure (met tablets gemaakte) foto’s! 

Of we laten Britten de dubbele prijs ophoesten voor hun geliefde “pints”. Zie nou maar eens dronken te worden en vervolgens de hele binnenstad onder te pissen!

Dit klinkt allemaal totaal absurd, maar in essentie zou iets vergelijkbaars dus vrij normaal zijn in Thailand. 


In deze voorbeelden mis ik alleen de morele onderbouwing, namelijk dat de inkomensverschillen dermate groot zijn dat de prijsverschillen acceptabel worden geacht, zowel door de lokale bevolking als de toerist. Dat brengt mij op een ander idee: we maken prijzen van producten en diensten inkomensafhankelijk. 

Er zijn al een aantal middelen die er door de overheid worden ingezet om de inkomensverschillen te verkleinen: het progressieve belastingstelsel en voorzieningen waar je recht op hebt als je inkomen lager uitpakt dan een zekere waarde. Variabele prijzen creëer je met een inkomensafhankelijke btw op (een selectie van) producten. 


In Nederland is de kloof tussen arm en rijk al relatief laag in vergelijking met andere landen. Maar in mijn ogen nog steeds veel te groot. 

Maar waarvoor gaan we de rijken dan meer laten betalen? Levensmiddelen of luxegoederen? Als je levensmiddelen van variabele prijs gaat maken, kun je naast een prijsverhoging voor de rijken een prijsverlaging voor de armen invoeren. Terwijl luxegoederen toch al voorbehouden zijn voor de rijkeren. Het geld wat je af kunt vangen met de prijsverhoging voor luxegoederen, kunnen geïnvesteerd worden in de belangrijkste portefeuilles van het rijk; denk aan onderwijs of gezondheidszorg. Ik hoor graag van de economen onder de lezers, in hoeverre dit een goed idee is. 


02-08-2020

Reacties

Populaire posts van deze blog

Redactieweek-1

Voorlopers